Mijn  Classic Porsche 356 Speedster (replica).

18 dec
6:33

Een goede oldtimervriend vroeg me laatst, wanneer stop je nu eens met die replicaonzin van je. Koop toch eens een ‘echte’, was zijn streng klinkend advies. Maar tja ik heb nu eenmaal iets met klassieke replica’s, trouwens ook met ‘echte’ klassiekers. In mijn geval is de balans qua aantal in evenwicht.

De Porsche 356 Speedster Replica, officieel met een keverkenteken van 1965, kwam dit jaar via een gecompliceerde ruil mijn collectie binnen strompelen.
Op de plaatjes prima, de eerste kijkactie eveneens, maar ja autoblindheid (tijdelijk) is af en toe ook mijn deel. Pas na de afname realiseerde ik me in feite een restauratieproject te hebben aangeschaft.
Internet is een goede bron van informatie, dus op zoek naar gegevens, het land van herkomst was duidelijk. Engeland dus, het land van kitcars en replica’s pur sang. Uit de historie van Porsche daarentegen valt af te leiden dat er tussen 1951 en 1965 ca. 76000 ‘echte’ Porsches 356 in allerlei  uitvoeringen zijn gebouwd, waaronder ca. 7000 stalen 356-tigers ‘de Speedster’ met een 1600 cc krachtbron, inspired by Max Hoffman uit de Verenigde Staten. Inmiddels rijden er een veelvoud (ca. 30.000) polyester Replica’s van allerlei pluimage rond. Bekende, hoogwaardige, replicamerken zijn Vintage, Becks, Intermeccanica, PGO, van Grinsven Classics,
terwijl de meer concurrerende evenknieën Pilgrim, Chesil, L+B en Martin and Walker  ook hun plek op de markt hebben veroverd.

Terug naar de werkelijkheid van alle dag.
Aanvankelijk leek mijn Speedster 356 er één van Martin and Walker te zijn, echter na behoorlijk wat speurwerk bleek het een Pilgrim/L+B te zijn. Kenmerkend voor dit merk zijn de ‘shabby’ passingen van de polyester deuren, kleppen, maar ook de voor- en zijruitconstructies. De scharnieren en handgrepen waren van een zeer bedenkelijke kwaliteit. Om de kostprijs laag te houden waren er veel ontsierende VW kever onderdelen gebruikt, zoals spiegels, bekleding, stoelen, meetinstrumenten, schakelaars, kabelboom etc.. Al met al een heus restauratieobject, dus was een actieplan maken meer dan noodzakelijk. Restauratie? Diep gaan of alleen cosmetisch? Doen? Toch maar, want James Dean en Steve Mc Queen hadden ook een (echte) Speedster. Slecht argument, want we weten wat hen overkwam.

Wat technische gegevens. Waarom? Interessant?
De bodem is er een van een 1965 Kever, 27,5 cm ingekort, met een subframe om de bodem te versterken, je wilt de auto ook wel eens opkrikken zonder te torderen. Motor en versnellingbak en vele andere accessoires van een donor Kever. De body is van polyester.
Om een meer natuurgetrouwe Speedster te maken zijn de trommels vernieuwd van vier naar vijfgaats, 15 inch wielen verchroomd gemonteerd, de vooras vernieuwd en 7,5 cm verlaagd, de achteras torsiestaven qua instelling aangepast van O-benen naar meer X-benen. De oude motor gedemonteerd en vervangen voor een 1674 cc versie, Porsche koeling en intercooler voor de motorolie. De dubbele Webers sieren het motorcompartiment en moeten de motor een vermogen laten opbrengen van zo’n 90 á 100 pk., best wel ‘Peppy’ voor zo’n 675 kg lichte auto.
Het polyester is grondig onder handen genomen, de passingen zuiver gemaakt, de handgrepen, scharnieren en sluitingen van een Porsche kwaliteit aangebracht.
De pedalbox van rechts naar links gebracht, dus de stuurinrichting en dashboard met alles wat daarin hoort ook naar die kant omgezet.
De carrosserie wordt op dit moment onderhanden genomen, gevuld, geschuurd, geprimerd en binnenkort de uiteindelijke kleur Silber Metallic van Porsche aangebracht. Nog maar een paar uitdagingen te gaan, de Speedster voor-en zijruiten, cabriokap en tonneau, bekleding in skai of leer, kuipstoeltjes, vloerbedekking uit de zestiger jaren etc.

Op budget? Tot nu toe aardig, maar wel goed  in de gaten houden.

Rijklaar? Zal wel ergens in het voorjaar van dit jaar worden of nog wat later.

Aaldert Postma.

« »

Geef een antwoord

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.